Brechtel reed Emiel naar de plantenkas en liet hem achter.
Op gepaste afstand verzorgde zij een aantal planten.
Twee heren kwamen aangelopen en stelden zichzelf voor.
Brigadier Cranz en inspecteur Napf waren rechercheurs van het Berner Oberland. Ze stelden een aantal vragen, die hij allemaal makkelijk kon beantwoorden.
“Wanneer bent u naar Zwitserland gekomen?”
- Een paar dagen geleden.
“Met wie was u naar Titlis en Urirotstock?”
- Met de meisjes Marianne Rohrbach en Sybille Zante.
“Wanneer verstuikte u uw enkel?”
- Met de afdaling voor Engelberg.
“Hoe kent u mevrouw Reza Tolbouchin?”
- Via hoofd automatisering van Paris Batch.
“Wanneer heeft u voor het laatst Zürich bezocht?”
- Als ik me goed herinner met collega”s van Paris Batch voor mijn wereldreis.
“Wat is uw connectie met de École Commerce te Zürich?”
- Ik ben gastdocent.
“Met wie was u in het Fahrni Chalet?”
- Zoals ik al eerder zei met de meisjes.
“Wat is uw connectie met Paris Batch?”
- Ik ben freelance fotograaf.
“Kent u Maurice Prevost?”
- Ja, dat is de manager van Paris Batch.
“U kent ook Guy D`Anjou?”
- Ja, dat is de kok.
Het vragenvuur nam af en toen zei inspecteur Napf, “
Vanochtend is het lijk gevonden van Thierry Galati in de Kloppersingel in Haarlem en de twee lijken bij het Fahrni Chalet zijn geïdentificeerd als Maurice Prevost en Guy D`Anjou. U kent ze alle drie, u heeft voor Paris Batch gefreelanced,
verder in het onderzoek zullen wij opnieuw contact met u zoeken,
u mag Zwitserland voorlopig niet verlaten meneer James.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten