vrijdag 1 augustus 2008

De Paris Batch files ® Proloog


Thursday, 30. November 1989, 12:00:00

“Ik was op vakantie in Zwitserland met Marianne Rohrbach en Sybille Zante toen ik jou voor het eerst bewust werd, achteraf besef ik dat jij toen een enorme indruk op me maakte Brechtel eerlijk, je moet me geloven,” Emiel’s stem klonk zo zacht dat hij er van opkeek, hij hield zijn adem in en probeerde liggend in het donker vanaf de achterbank van de auto waarin zij zaten naar haar te kijken. Hij zag slechts haar profiel afgetekend tegen een ondefinieerbare lichtbron. Emiel kon zich niet oriënteren, samen hadden zij uren achtereen gereden over verschillende soorten wegen, stijl omhoog soms, dan weer glooiend en nu reden zij op een rechte vlakke weg. Hij kon zich niet herinneren of zij ergens waren gestopt. “Emiel, hoe voel je je nu ? Je hebt bijna drie uur geslapen, wat had je ervan gedacht als we iets gaan eten onderweg, ik heb wel trek en we hebben wat frisse lucht nodig als we nog verder willen, we kunnen eigenlijk niet in een wegrestaurant terecht, jouw foto heeft in alle Europese kranten gestaan en je was zelf op CNN, maar daar verzin ik wel wat op,” zie Brechtel Brecht heel zacht. Emiel kon haar toch heel duidelijk verstaan. Brechtel had de auto gestopt aan de uiterste zijde op een brede vluchtstrook naast de tweebaansweg waarop zij zojuist reden. Aan het bord wat Emiel langs de kant zag staan maakte hij op, dat zij zich ergens in het Eiffelgebergte bevonden, aan de heldere hemel met zijn sterren begreep Emiel, dat zij in noordelijke richting stonden geparkeerd. Brechtel pakte iets uit de kofferbak. Zij nam plaats bij Emiel op de achterbank. Door een druk op een knopje midden van het plafond werden alle vensters van de speciale C5 geblindeerd en rondom was er in een zachte pasteltint plafondverlichting gaan branden, die willekeurig het hele spectrum aan kleur bezat. Brechtel klapte een grote spiegel uit het hemeltje en begon haar blonde haar bijeen te binden en zette een korte kastanjerode krullende pruik op. Ze maakte haar wenkbrauwen donkerder en breeder met een stift en haar bovengebit voorzag zij van een opzetstuk, wat haar gezicht totaal veranderde en daarbij zette zij Elvis Costello een bril op. Haar gezichtuitdrukking was ook heel anders toen zij Emiel voor het eerst aankeek met een vragende glimlach. Zij had nog meer in haar houten naaidoos. Brechtel gebaarde naar Emiel met de naaidoos op haar schoot terwijl zij haar knieën iets omhoog trok en haar handen vanuit de doos nog een pruik tevoorschijn toverde. Emiel boog iets naar voren zonder iets te zeggen. Brechtel schoof een goed zittende eveneens krullende grijze pruik over zijn haardos. Brechtel schoof bij Emiel op zijn bovenkaak kleine zijvleugels wat zijn gezichtsuitdrukking en zelfs zijn stem enigszins veranderde, merkte Emiel toen hij in de spiegel kijkend met onnozele woorden haar ogen zocht door haar brillenglazen. “Wie had hieraan kunnen denken Brechtel, dat je ons zo kan veranderen, kan ik hier wel mee eten?” Emiel gebaarde haar in de spiegel door met zijn kaken een kouwende beweging te maken. “ Ja hoor, je kunt hier uitstekend mee eten, je eerste drankje of eten warm of koud zal even vreemd zijn, ’t is net of je bij de tandarts vandaan komt, ’t doet geen pijn, maar je begrijpt natuurlijk ook, dat ik er niet op uit ben om met jou hoe dan ook herkend te kunnen worden, alles zullen wij moeten uitsluiten, je hebt aan zoveel gevaren bloot gestaan zonder het te beseffen Emiel. Je weet nooit wie wij kunnen tegenkomen.” Brechtel klapte de spiegel terug en deed de binnenverlichting uit en tegelijkertijd verruilde het duister zich voor iets minder duister. Emiel ontdekte nu ook, dat zij waren gestopt bij een Raststätte. Via een betonnentrap konden zij ongeveer 50 meter naar beneden lopen. Emiel realiseerde zich wel, dat zijn zwak voor vrouwen weer geweld werd aangedaan, ’t was niet zijn idee geweest om samen deze reis te maken. Nu hij bijna dij aan dij met Brechtel Brecht op de achterbank van haar auto zat realiseerde hij zich dat dondersgoed. Beneden in het zelfbedieningsrestaurant was het heel rustig op die donderdagavond. Brechtel informeerde bij de balie of zij ergens konden overnachten, eigenlijk vroeg zij naar de bekende weg, allang had zij opgemerkt dat de Raststätte aangrenzend een kleine herberg bevatte waar nog voldoende slaapplaatsen waren voor de komende nacht. Emiel kon zijn ogen niet van haar afhouden. Hij had haar aan de balie zien staan bijna onopvallend met het personeel zien praten. Haar kort krullende rode haar met het dunne moderne veelkleurige montuur, het was hem niet opgevallen dat zij ook nog donker gekleurde contactlenzen onder haar brilleglazen droeg. Toen zij op hem toeliep had hij de grootste moeite haar te herkennen, ze liep zelfs anders, minder rechtop. Onder haar regenjas droeg zij een eenvoudige doorknoopjurk met open hals en korte mouwen, daaroverheen hing een loshangend zachtgeel vest. Haar blote voeten staken in platte schoenen. Emiel had haar jas aangepakt en op de dichtsbijzijnde kapstok gehangen. Zwijgend kozen zij een eenvoudige avondmaaltijd voorafgegeaan met soep van de dag en zuurkool met kleine gesneden stukjes worst, ananas en een klein puddinkje. Zij dronken er mineraalwater bij. Emiel probeerde een gesprek met haar te beginnen, meestal had hij daar totaal geen moeite mee, hij bedacht zich nog even maar bleef haar wel steeds aankijken. Af en toe draaide Brechtel haar hoofd weg om het restaurant te verkennen, maar zij verloor geen oogcontact met Emiel. Door haar donkere contactlenzen en bril kon Emiel zich nauwelijks Brechtel voorstellen, dat hij zijn best probeerde te doen met haar in gesprek te geraken. Hij had al begrepen, dat zij hem de laatste jaren had bestudeerd en gevolgd in zijn ambulante werk, zonder dat hij daar ooit erg in had. Hij had een groot hoofdstuk van zijn loopbaan afgesloten en stond op het punt weer een nieuw avontuur te beginnen. “Ongelooflijk, nu zit ik met jou hier aan deze tafel in dit restaurant, ’t is dat je me ‘als ’t ware’ ontvoerd hebt, daarvoor ben ik je reuze dankbaar. Ben je echt van plan van baan te gaan veranderen Brechtel ?” zo begon Emiel zijn gesprek die avond. “ Is er in jouw nieuwe leven ruimte voor een partner Brechtel ? Je laat me bijna geen andere keus, ik heb vele en verschillende relaties gehad, maar met jou zou ik graag iets nieuws willen beginnen. Lieve Brechtel ik doe je hierbij een aanzoek?” Emiel wachtte haar antwoord niet af. Hij pakte spontaan zijn Leica en maakte onverwacht een foto van haar.

donderdag 31 juli 2008

1. Brechtel maakt indruk op Emiel. Aflevering 1

1. Op vakantie in Zwitserland.

Wat Emiel overkwam.

Emiel staat in de keuken van het chalet, om water op te zetten voor een kopje Lapsang Souchong thee. De meisjes, Marianne en Sybille zullen zo wel terug zijn van boodschappen doen bedenkt hij. In het chalet loopt hij van het keukenraam in volle zon gehuld weg naar de livingroom en een donkere schaduw maakt hem attent dat er iets niet in orde is. Voor hem ziet hij naast zijn eigen schaduw een tweede schaduw ontstaan. Automatisch wil hij zich omdraaien. Emiel is op vakantie gegaan naar Zwitserland, een land waaraan hij zijn hart heeft verpand. Hij voelt zich hier altijd bijzonder thuis in Zwitserland, dat vermeldt hij altijd in zijn verslagen en passant als het ter sprake komt, in alle seizoenen en windstreken, hij merkt er altijd wel bij op, dat hij in de wereld buiten Zwitserland ook heel veel mooie stekkies kent. Voor hem is het een soort tweede vaderland, dit gevoel wordt verstrekt omdat Emiel ontzettend veel leuke mensen heeft ontmoet, zeker hier in Engelberg in het Berner Oberland. Voor Emiel er erg in heeft gaat hij geheel onderuit. Een stevige dreun op zijn hoofd en nek doet hem in elkaar zakken. Er valt iets over hem heen en gelijktijdig doet zich een gigantische ontploffing voor.

Vanaf dat moment is het alsof Emiel niet meer leeft. In zijn gedachten lijkt het alsof hij tien jaar ouder is geworden met het sterke gevoel heeft weer terug te zijn bij zijn moeder, die alles voor hem opneemt en regelt, alles gaat aan hem voorbij en hij heeft nergens meer grip op. Emiel ligt in een witte kamer. Letterlijk alles is wit. Hij kijkt naar een wit plafond, witte muren, een kozijn met witte luxaflex en boven zijn bed een wit handvat waaraan hij zich kan optrekken. Het komt niet in zijn gedachten op. Emiel ligt er al uren te staren en hij voelt zich versuft en steeds zakt hij weer weg in een droom, waarbij zijn moeder aan zijn bed zit, ze leest een boek en als zij een bladzijde omslaat kijkt ze even ter controle naar haar enige zoon. Iedere keer als Emiel bijkomt is alles weer wit, helemaal wit.

2. De Nachtmerrie lijkt over te gaan.

Emiel wordt wakker in een ziekenhuisbed.
Hij kijkt om zich heen en voor zover het tot hem doordringt ligt hij alleen op een kamer. In zijn herinnering duurt het eindeloos lang voor er iemand naar hem komt kijken. Als uit het niets hoort Emiel een vriendelijke stem.
` U bent meneer James, uit Holland?'
Het is een vrouwenstem. Emiel kijkt op en hij ziet niets.
Hij probeert wat te zeggen, maar er komt geen geluid uit zijn keel.

Emiel probeert te schreeuwen en hij draait zijn hoofd om naar rechts.
Emiel kijkt recht in het gezicht van de meest vriendelijke vrouw die je kunt bedenken in een verpleegsters uniform. Zij kijkt hem aandachtig aan. Emiel poogt een knikbeweging te maken. ` U bent hier gisteren gebracht meneer James, er is een ongelukje met u thuis gebeurd. U heeft een flinke hersenschudding en een gekneusde voet.'
` Wat is er gebeurd zuster .... ? '
` Brecht, Brechtel Brecht, is mijn naam.'
` Voor zover ik heb begrepen heeft u een vlizotrap op uw hoofd gekregen en dat is uw redding.'
In het vriendelijke gezicht van de verpleegster staan een paar twinkelende amber kleurige ogen. Onder haar witte verpleegsterskapje heeft zij haar licht grijzende donkere haar in een knot opgestoken. `U werd aangetroffen onder een wandkleed. In de bijkeuken heeft zich een explosie plaatsgevonden. De gastank is ontploft en daarbij zijn twee personen omgekomen. Zij zijn nog niet geïdentificeerd.'
Haar stem klinkt zacht, maar als zij hem dat zegt maakt Emiel zich toch een beetje ongerust. ` Ik heb bezoek voor u.'
Met een alleraardigste glimlach verdwijnt Brechtel Brecht, zodra zij zich heeft omgedraaid, kan Emiel zich totaal niet meer herinneren hoe ze er uitziet.

3. Emiel’s broodheer doet zich voor als commissaris van Europol.

Wie komen daar binnen? Dizzy Ledzky, holdingdirecteur eigenaar van LEDZHOLD, het bedrijf met vele dochterondernemingen, waaronder LEDZKIES, het grootste veilinghuis ter wereld.
Zoals altijd ziet Dizzy er verzorgd uit, naast hem komt zijn chauffeur Gilles Wecq in beeld, een breedgeschouderde intelligent ogende man,
iets te mooi en sluw voor een doorsnee directie chauffeur.

Emiel probeert Brechtel zich hardnekkig te herinneren, het kost hem de grootste moeite om helder te denken. Wel beseft hij, dat hij altijd in zijn vrijgezellen bestaan onbewust op zoek is geweest naar een vrouw zo iemand als Brechtel. Waauw wat een vrouw !!!

dinsdag 29 juli 2008

3. Computercrash

Er worden officieel handen uitgewisseld en Dizzy neemt het woord.
“Van Reza hoorde ik, dat je hier in Luzern in het ziekenhuis ligt,
je hebt “mazzel” dat je onder het wandkleed terecht bent gekomen.
Die hersenschudding overleef je wel.”

Zo begint het gesprek over en weer en er wordt vooral aardig tegen elkaar gedaan.
“Je hebt al begrepen, dat Reza”s enige zoon Thierry wordt vermist sinds vorige week donderdag? “
“Ja, ik heb begrepen dat hij in Haarlem is gesignaleerd tijdens de stadsfeesten en spoorloos is verdwenen,”zei Emiel toonloos,
het Klokhuis dossier kwam in zijn gedachten op,
de inventarislijst van de Rollant Collectie.
Dizzy haalde uit zijn zak een paar oordopjes van een walkman.
Emiel kreeg te horen dat Manager Maurice Prevost van Paris Batch met zijn systeembeheerder Thierry Galati Emiel “s Klokhuis dossier hadden bestudeerd.
Maria en Esther Cousteau, leden van het kantoorpersoneel van Paris Batch, het veiligheidsbureau van LEDZHOLD, hebben de lijst gearchiveerd.
Samen met Brigitte Prevost hebben Maurice en Thierry de digitale fotolijst van Emiel bewerkt en voor LEDZKIES in New York voorbereid.
De tweelingbroer van Dizzy, Abraham, kon met de taxatie beginnen.

2 promille van de waarde van de verkoop zou aan royalty”s aan Emiel worden uitbetaald op zijn bankrekening in Luxemburg, dat kon hij zich herinneren.
Het duurde even en daar ging de deur opnieuw open.
Dizzy verwijderde de oordopjes.
Emiel zei niet, dat de Klokhuiskelders helemaal leeg waren.
Ongestoord vervolgde Dizzy het gesprek, met zijn handen zijn stopdas ophalend in de boord van zijn blauwe Golden Arrow-shirt met witte button-down boord. Gilles Wecq haalde zijn wollen zwarte sokken op en knoopte opnieuw zijn veters van zijn glimmende Italiaanse schoenen.
“Wij wachten nu op de taxatie, want het Klokhuisdossier is het enige houvast.
Wij hebben een enorm probleem.
De backup Paris Batch files zijn verdwenen bij Thierry en het computergeheugen van Maurice”s kantoor is gecrasht.
Omdat wij van jouw boodschappendienst vernamen dat je aan een buitenlandse opdracht werkte heb ik Maurice opdracht gegeven bij jou in je laboratorium te gaan kijken.
We hebben zonder jouw toestemming toegang genomen tot je computer, maar daar is ook het hele fotoarchief ontoegankelijk.”
— Emiel werd op commando bleek, eigenlijk moest hij inwendig gniffelen en hij was geweldig trots op Tiri Trihuega, beschermheer en leider van Emiel”s privé leger en zijn mannen —
“Wij gaan er vanuit dat er opzet in het spel is, maar we tasten nog volledig in het duister.”

Dizzy sprak weer.
“Heb jij misschien nog suggesties wat er aan de hand kan zijn, Emiel?”
“Ik zou het hiervandaan niet weten, de laatste keer dat er naar Paris Batch materiaal werd overbracht is door Thierry gedaan,
misschien dat het buffersysteem nog iets oplevert?”

Gilles nam het woord,
“Daar is geen kijk op, de buffergegevens en het geheugen zijn geheel verdwenen, de computer start niet eens meer op!”
“Heb je de politie al ingeschakeld?”

“Ja, wij hebben Thierry als vermist opgegeven en aangifte gedaan van diefstal uit jouw laboratorium, Europol is ingeschakeld.”

maandag 28 juli 2008

4. Het gaat niemand wat aan, wat Emiel allemaal heeft ontdekt.

Emiel dacht bij zichzelf,
Wat moet ik hier nu mee.
Ik heb mijn werk keurig afgeleverd,
wat ik veel erger vind is dat mijn hele digitale archief is verdwenen.
Inwendig moest hij ook glimlachen.
Dat laatste maakte hij ook kenbaar en zei erbij.
“ Bij wie kan ik de schadeclaim indienen, Dizzy?”
“Jij bent ruimschoots betaald voor deze opdracht en de royalties zijn niet mis, voor het verlies van je archief zou ik je een tegemoetkoming kunnen geven, zoek maar eens uit hoe het met je verzekering zit en geef me een idee van schadegrootte.”
“Dat hoor je nog van, via mijn advocaat,”
zei Emiel en dacht bij zichzelf,
“ de huurprijs van mijn back-up in Duitsland en een gedeelte van de apparatuur in Nederland, Engeland, Duitsland en Ierland, dat zal Dizzy gaan betalen.”
Zij worden onderbroken door Brechtel Brecht.
“ Heren ik moet u verzoeken afscheid te nemen, meneer James heeft zijn rust nodig.”
Gilles en Dizzy namen gedwee afscheid en vertrokken terug naar Parijs.
Met geen woord spraken Gilles en Dizzy erover dat er twee mensen bij de gasontploffing in Engelberg om het leven waren gekomen.

zondag 27 juli 2008

5. Emiel krijgt eindelijk bericht.

“Hebben er nog mensen naar mij gevraagd mevrouw Brecht?” vraagt Emiel terwijl hij probeert op zijn andere zij te gaan liggen.
“Zeg maar Brechtel, Emiel, ja er hebben twee dames zich bij de receptie aangemeld om te informeren hoe het met je was.
De dames Zante en Rohrbach lieten weten, dat zij nu logeren bij mevrouw Reza Tolbouchin.
Ik heb uw zaktelefoon in gebruik. U neemt het me vast niet kwalijk.
Er is drie keer gebeld.
Ik heb mevrouw DuCalembour, Mariët van Santen en mevrouw von Oppenheim gerust kunnen stellen, zij bellen nog terug.”
Emiel genoot van deze vrouw, die tot hem sprak, de hele vrouwenwereld kwam weer bij hem binnen. Brechtel Brecht maakte een bijzondere indruk op hem, ze was zo”n beetje van zijn eigen leeftijd.
“U bent niet alleen mijn verpleegster, maar ook nog mijn secretaresse begrijp ik.”
Met een gebaar onderbrak Brechtel Brecht hem.
“U heeft volledige rust nodig, maar omdat deze heren van Europol zijn heb ik ze de toegang niet kunnen weigeren,” zei ze. Emiel schoot even in de lach,
“Serieus, zeiden ze dat? Zij hebben uw mooi tuk, ik heb voor deze heren een opdracht drie weken geleden afgerond waar zij over begonnen te zeuren.”

Brechtel kreeg er een kleur van en zei kordaat,
“Het is tijd voor een rit.”

Achter het bed vandaan haalde zij een rolstoel te voorschijn.
Ze kleedde Emiel aan in een dikke kamerjas en wikkelde hem in een plaid.

zaterdag 26 juli 2008

6. Een ritje buiten het gebouw in de rolstoel.

Zij duwde het wagentje met Emiel naar de lift. — Wat Emiel opviel, alles aan deze vrouw was mooi. Zij had een goed figuur, mooie handen, slanke lange benen, een heel lief gezicht met prachtige amberkleurige ogen. Emiel had wel kijk op vrouwen, enerzijds beroepsmatig anderzijds was zijn leven geheel gevuld met belangstelling en respect voor het vrouwelijk geslacht. Emiel viel zonder enige moeite in de smaak bij de vrouwen, van nature had hij een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Hij werd bewonderd in zijn vak en hobby’s. Een daarvan was zijn muzikale kant.—

Zij gingen van drie hoog naar de parterre.
Door een lange gang kwamen zij uiteindelijk bij de tuin van de kliniek.
—Het was hetzelfde weer als tijdens de laatste bergwandeling met Marianne Rohrbach en Sybille Zante. Marianne en Sybille waren hartsvriendinnen, studeerden allebei aan de L”Ecole Commerce, Sybille is het zusje van Chalcidice.
Chalcidice op haar beurt letterlijk een Griekse schone en intelligente vrouw.
Emiel had Chalcidice overgehaald, ze was nu een begrip voor het groot Duits publiek en abonnement houders van Playboy Germany.—

Brechtel haalde een zonnebril met heel donkere glazen uit een zijvak van de rolstoel. “Zet deze bril op en doe hem niet eerder af tot wij weer boven zijn.”
In een prachtig aangelegde tuin werd Emiel rondgereden.
Hij hoorde zijn telefoon overgaan.
Brechtel nam op en zei,
“Ruswil Kliniek, goedemiddag.”
Zonder dat Emiel wist met wie zij sprak liep zij bij hem vandaan.
Emiel kon niet verstaan waar het over ging. Even later zei Brechtel.
“Die twee zogenaamde heren van Europol zijn ons te vlug af geweest,
er komen nu twee heren van de recherche naar de plantenkas.”